Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Rubberaanplant
- Rubberaanplanting
- Rubberartikel
- Rubberbal
- Rubberband
- Rubberboom
- Rubbercement
- Rubbercliché
- Rubbercultuur
- Rubberdraad
- Rubberdruk
- Rubberfabriek
- Rubberhak
- Rubberkoers
- Rubbermaatschappij
- Rubbermarkt
- Rubbermat
- Rubbernijverheid
- Rubberoïd
- Rubberonderneming
- Rubberplantage
- Rubberplanter
- Rubberprijs
- Rubberproduct
- Rubberrol
- Rubberspons
- Rubberwaarden
- Rubberzool
- Rubbing
- Ruben
- Rubico
- Rubicon
- Rubidium
- Rubricator
- Rubriceren
- Rubricering
- Rubriek
- Ruche
- Ruchelen
- Ruchtbaar
- Ruchtbaarheid
- Ruchtig
- Ruchtigheid
- Rücksichtslos
- Rudiment
- Rudimentair
- Rudis indigestaque moles
- Ruditeit
- Ruere in servitium
- Rufenen
- Rufst du, mein vaterland
- Rug
- Rugader
- Rugbatterij
- Rugbouw
- Rugbreedte
- Rugby
- Rugbyclub
- Rugbyspeler
- Rugbyteam
- Rugbywedstrijd
- Rugdekking
- Ruggebeen
- Ruggedeelte
- Ruggegraat
- Ruggegraatsontsteking
- Ruggegraatsverkromming
- Ruggegraatswervel
- Ruggelen
- Ruggelings
- Ruggemerg
- Ruggemergkanaal
- Ruggemergontsteking
- Ruggemergsholte
- Ruggemergtering
- Ruggemergverweking
- Ruggemergvlies
- Ruggemergvocht
- Ruggemergzenuw
- Ruggemergziekte
- Ruggen
- Ruggepaard
- Ruggespraak
- Ruggesteun
- Ruggestreng
- Ruggevat
- Ruggevlees
- Ruggordel
- Rughaar
- Rughout
- Rugje, ruggetje
- Rugkant
- Rugkijker
- Rugkleed
- Rugklier
- Rugkorf
- Rugkrabber
- Rugkussen
- Rugleuning
- Rugligging