Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- Landbouwonderneming
- Landbouwonderwijs
- Landbouwpolitiek
- Landbouwproduct
- Landbouwproefstation
- Landbouwproefveld
- Landbouwscheikunde
- Landbouwschool
- Landbouwstaat
- Landbouwstation
- Landbouwstelsel
- Landbouwstreek
- Landbouwtentoonstelling
- Landbouwvereniging
- Landbouwverslag
- Landbouwverzekering
- Landbouwwerktuig
- Landbouwwerkzaamheden
- Landbouwwet
- Landbouwwintercursus
- Landbouwwinterschool
- Landbouwzaad
- Landbouwzout
- Landbrief
- Landdag
- Landdienst
- Landdier
- Landdrost
- Landdrostambt
- Landduin
- Landedelman
- Landeigenaar
- Landeigendom
- Landelijk
- Landelijkheid
- Landen
- Landengte
- Landenklassement
- Landerig
- Landerigheid
- Landerijen
- Landfreule
- Landfront
- Landganger
- Landgedicht
- Landgemeente
- Landgenoot
- Landgerecht
- Landgewest
- Landgezicht
- Landgoed
- Landgooier
- Landgraaf
- Landgraafschap
- Landgravin
- Landhaai
- Landheer
- Landhoeve
- Landhonger
- Landhoofd
- Landhoos
- Landhuis
- Landhuishoudkunde
- Landhuishoudkundig
- Landhuishoudkundige
- Landhuur
- Landhuurder
- Landijs
- Landing
- Landingsbaken
- Landingsboot
- Landingsbrug
- Landingsdivisie
- Landingsgestel
- Landingslicht
- Landingsmanoeuvre
- Landingsnummer
- Landingsplaats
- Landingsschade
- Landingssnelheid
- Landingsterrein
- Landingstroepen
- Landingsvaartuig
- Landje
- Landjebloem
- Landjeugd
- Landjonker
- Landjuffer
- Landjuweel
- Landkaart
- Landkabel
- Landkenning
- Landkikvors
- Landklimaat
- Landkolonie
- Landkolonisatie
- Landkolonist
- Landkost
- Landkrab
- Landkreeft