Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- Lijdensbeker
- Lijdensdood
- Lijdensfeest
- Lijdensgeschiedenis
- Lijdenskelk
- Lijdenspreek
- Lijdensuur
- Lijdensweek
- Lijdensweg
- Lijdenswerktuig
- Lijder
- Lijdzaam
- Lijdzaamheid
- Lijf
- Lijfarts
- Lijfband
- Lijfblad
- Lijfdeuntje
- Lijfeigen
- Lijfeigene
- Lijfelgenschap
- Lijfelijk
- Lijfgarde
- Lijfgerecht
- Lijfgewaad
- Lijfgoed
- Lijfhaar
- Lijfhouten
- Lijfje
- Lijfjongen
- Lijfkleur
- Lijfknecht
- Lijfknoop
- Lijfkost
- Lijflied
- Lijfluis
- Lijfmedicus
- Lijfmeid
- Lijfmoeder
- Lijfnaad
- Lijfrente
- Lijfrentekas
- Lijfrentenier
- Lijfrentenierster
- Lijfrentetafel
- Lijfrentetrekker
- Lijfrok
- Lijfsbehoud
- Lijfsberging
- Lijfsdwang
- Lijfserven
- Lijfsgenade
- Lijfsgestalte
- Lijfsgevaar
- Lijfsieraad
- Lijfspreuk
- Lijfstaffier
- Lijfstoebehoor
- Lijfstoet
- Lijfstraf
- Lijfstraffelijk
- Lijfstuk
- Lijftocht
- Lijftrawant
- Lijfwacht
- Lijfwapen
- Lijfzaak
- Lijgierig
- Lijgording
- Lijk
- Lijk (gelijk)
- Lijk (touw in rand van een zeil vastgenaaid)
- Lijkachtig
- Lijkas
- Lijkauto
- Lijkbaar
- Lijkbegankenis
- Lijkbezorger
- Lijkbidder
- Lijkbus
- Lijkdeur
- Lijkdicht
- Lijkdienaar
- Lijkdienst
- Lijkdoek
- Lijkdrager
- Lijken
- Lijken (aanstaan)
- Lijken (een overledene afleggen)
- Lijken (effen maken)
- Lijken (zeilen richten)
- Lijkenen
- Lijkengeld
- Lijkengift
- Lijkenhuis
- Lijkenhuisje
- Lijkenlucht
- Lijkenroof
- Lijkenstapel
- Lijkentouw