Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie J
- Jachttuig
- Jachtvalk
- Jachtveld
- Jachtvereniging
- Jachtvermaak
- Jachtvest
- Jachtvis
- Jachtvlieger
- Jachtvliegtuig
- Jachtvogel
- Jachtwachter
- Jachtwagen
- Jachtwapen
- Jachtwater
- Jachtweide
- Jachtwet
- Jachtwezen
- Jachtwiel
- Jack-boots
- Jacket
- Jacketkroon
- Jacob
- Jacob-evertsen
- Jacoba
- Jacobagoed
- Jacobakannetje
- Jacobakruikje
- Jacobaschaaltje
- Jacobiet
- Jacobietisch
- Jacobijn
- Jacobijnenclub
- Jacobijnenklooster
- Jacobijnenmuts
- Jacobijns
- Jacobinisme
- Jacobs.dood
- Jacobsbloem
- Jacobsdag
- Jacobsganger
- Jacobskruid
- Jacobsladder
- Jacobsmantel
- Jacobsstaf
- Jacobsvlinder
- Jacobszalm
- Jacobus
- Jaconnet
- Jacquard
- Jacquardmachine
- Jacquardweefsel
- Jacquerie
- Jacquet
- Jacquetjas
- Jacquetkostuum
- Jacta alea est
- Jadder
- Jafeth
- Jaffa
- Jaffa-appel
- Jagen
- Jager
- Jäger
- Jagerbatauon
- Jägerbroek
- Jagercompagnie
- Jagercorps
- Jageres
- Jägerflanel
- Jägerhemd
- Jagerij
- Jagerin
- Jagermeester
- Jägerondergoed
- Jagersblad
- Jagersbuis
- Jagersfontein
- Jagersgebruik
- Jagersgezel
- Jagersharing
- Jagershoed
- Jagershond
- Jagershuis
- Jagersknaap
- Jagerslatijn
- Jagersleven
- Jagerslied
- Jagersmaal
- Jagerspad
- Jagerspak
- Jagersstuk
- Jagerstaal
- Jagerstas
- Jagersterm
- Jägerstof
- Jagersvolk
- Jagertje
- Jaguar
- Jahwe(h)
- Jaimais les romans à vingt ans, aujourdhui, je n’ai plus le temps