Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie E
- Executeur
- Executie
- Executie ve
- Executiebeurs
- Executiedetachement
- Executiepeloton
- Executoir
- Executoriaal
- Exegeet
- Exegese
- Exegetisch
- Exegi monumentum aere perennius (et non omnis
- Exempel
- Exempio plus quam ratione vivimus
- Exempla sunt odiosa
- Exemplaar
- Exemplair
- Exempli causa
- Exemplum in contrarium
- Exempt
- Exemptie
- Exequatur
- Exequiën
- Exerceerbeentje
- Exerceren
- Exercitie
- Exercitiekamp
- Exercitiepatroon
- Exercitieplein
- Exercitiereglement
- Exercitieterrein
- Exercitieveld
- Exeunt
- Exhalatie
- Exhauster, exhaustor
- Exhiberen
- Exhibitie
- Exhibitionisme
- Exhibitum
- Exigeant
- Exigentie
- Exigui numero sed bello vivida virtus
- Exil
- Exileren
- Eximia est virtus praestare silentia rebus
- Existent
- Existentialisme
- Existentie
- Existentiebegrip
- Existentieel
- Existentiephilosophie
- Existeren
- Exit
- Exitus
- Exlibris
- Exlibrisclub
- Exlibrisontwerp
- Exlibristekening
- Exlibrisverzameling
- Exmissie
- Exod
- Exodus
- Exogamie
- Exogeen
- Exonorerend
- Exorbitant
- Exorciseren
- Exorcisme
- Exorcist
- Exordium
- Exoriare aliquis nostrls ex ossibus ultor
- Exoterisch
- Exotisch
- Exotisme
- Expander
- Expansie
- Expansiebocht
- Expansiebuis
- Expansiedrang
- Expansief
- Expansiegraad
- Expansieinrichting
- Expansieklep
- Expansiepolitiek
- Expansieschuif
- Expatriëren
- Expectant
- Expectoratie
- Expediënt
- Expediëren
- Expediet
- Expediteur
- Expediteursfirma
- Expediteurskantoor
- Expeditie
- Expeditiebureau
- Expeditiecorps
- Expeditiefirma
- Expeditiegeld
- Expeditiegewicht