Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Breden

betekenis & definitie

(breedde, heeft gebreed),

1. (zeew\) de raas breden, een minder scherpe hoek met de richting der kiel doen maken; — breden voor! (scheepscommando) de raas van de fokkemast vierkant brassen;
2. (smed.) plat en daardoor breed kloppen, bij het smeden van zeinen.

< >