Groot woordenboek der Nederlandse taal Nederlands woordenboek (7e druk - 1950) Gepubliceerd op 01-01-2021 Boomstam betekenis & definitie v. (-men), rechtopgaande houtige schacht, van een boom; — bij vergel., scherts.: een boomstam, van een potlood. Gerelateerd Betekenis van Boomstam Spelling van Boomstam Lukraak woord