Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Boe

betekenis & definitie

tw., uitroep ter uiting van verschillende schakeringen van gevoel : van minachtende trots, van walging, van schrik, van koude, van verwondering enz.; — klanknabootsing voor het geloei der koeien (inz. in kindertaal); — hij weet van boe noch ba, hij weet van niets af; — hij zegt boe noch ba, hij spreekt geen enkel woord; zonder boe of ba te zeggen, (bij een vreemde, onverwachte handelwijze) zonder een enkel woord ter verklaring te zeggen.