Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Bijbel

betekenis & definitie

Het woord bijbel heeft het Nederlands overgenomen uit het Franse bible dat teruggaat op het Latijnse biblia, een woord dat weer ontleend is aan de Griekse meervoudsvorm biblia: boeken. Sommigen nemen aan dat de Grieken aan het begrip boek de naam biblion gaven, omdat uit de Syrische haven Byblos het perkament werd ingevoerd waarop men schreef.

Reeds in het Middelnederlands komt het woord bibele voor, maar algemeen gebruikelijk was het geenszins. Meestal sprak men van ‘die scrifture’ en nog is de benaming Heilige Schrift zeer gewoon. De titel van de Statenvertaling luidt ook: Biblia, dat is de gantsche H. Schrifture enz.