uitpuilende plaatsen ter weerszijden van de middellijn aan de buikzijde van het verlengde merg. P.-banen, de motorische banen van de beide voorste centrale windingen naar de Pyramiden.
P.cellen, grote, driekante ganglioncellen van de schors der grote hersenen. P.kruisweg, kruising van vezelbundels uit de pyramiden beneden aan de buikzijde van het verlengde merg in de middellijn (voorste kruising), en van de lisvezels aan de buikzijde van het centraal-kanaal van het verlengde merg (syn. decussatio lemniscorum, bovenste, sensibele pyramidenkruising). P.-laag, de laag, waarin zich de pyramidecellen bevinden. P.-uitsteeksels, de mergstralen der nieren; syn. processus Ferreini, processus medulläres. P.-voorstreng, het middelste deel van de vóórstreng van het ruggemerg; syn. fasciculus cerebrospinalis ant., fasciculus ant. P.-zijstreng, het middenwaarts liggende, achterste deel van de zijstreng van het ruggemerg; syn. fasciculus pyramidalis lateralis.