(Lat., verkleinw. van fascis), bundeltje, in ’t bijzonder van zenuwvezels; syn. funiculus, tractus. F. accessorius internus m. pharýngo-palatlni, vezels van die spier, die naar de achterrand van de choanae gaan.
F. anterior próprius (Flechsigi), grondbundel van de vóórstreng van het ruggemerg. F. anterolateral is superficial is, zie F. Gowers, F. arcifórmis ollvae, een deel der fibrae arcuatae externae aan het benedeneinde der oliva (zie ald.). F. arcuétus, boogbundel, lopende van de voorhoofdsnaar de achterhoofdskwab over de grote ganglia heen. F. Arnoldi, van de frontale lagen der gevoelssfeer naar de grijze stof van de pons (vgl.
F. Türk). F. Arnoldi-Meynert, middelste bundel van de pedunculus cerebri (zie ald.). F. ce re b él lospi nélis dorsalis et ventralis, s. spinocerebralis (een onjuiste term), kleine hersenzijstreng (Foville). F. cérebrospinalis anterior, beter ventralis, pyramide-vóórstreng.
F. cérebrospinélis lateralis, meer gebruikelijk dorsalis, pyramide-zijstreng. F. córporis restifórmis s. córtico-spinalis, de pyramidebanen. F. cuneatus(cuneus, wig), streng van Burdach. F. Giacomini (Quain), de dwars lopende bundel over de uncus gyri hippocampi. F. graciIis (Lat., slank), streng van Goll.
F. lateralis plexus brachiélis, de zijdelingse bundel der pars infraclavicularis van de plexus brachialis. F. laterélis próprius (Flechsigi), eigenlijke zijbundel, zijstrengrest. Fasciculi longi, = fibrae arcuatae cerebri (zie ald.). F. longitudinalis inf., onderste lengtebundel van het telencephalon (zie aid.); van de achterhoofdsnaar de slaapkwab. F. longitudinélis coli, zie Taeniae. F. long it udinalis medial is medulla e, middelste lengtebundel, voortkomende uit de fasciculi anterior próprius en lateralis próprius van het ruggemerg.
F. longitudinalis mediélis pont is s. crus medullae oblongatae ad eminentiam quadrigeminam s. funiculus teres, dikke bundel van witte vezels van de kleine hersenen naar de pons. F. longitudinalis mediélis tegménti, middelste lengtebundel van de hersenkap. Fasciculi longitudinales pyramidales pontis, van de basis pedunculi cerebri naar de pyramiden. F. longitudinalis sup., = F. arcuatus. F.marginalis, randbundel; aan de ventrale buitenste laag van het ruggemerg. F.mediélis plexus brachiélis, middelste bundel der pars infradavicuiaris van de plexus brachialis.
F. medianus commissúrae, de vezelbundel in het midden van het velum meduilare anterius. F.nuclei olívae, wortelbundel van de n. hypoglossus in het verlengde merg. F. obliquus (pontis), schuin naar buiten lopende bundel van de brug van Varoi. Fasciculi ped ü n cu lo-m am i I lares s. teg m é n to-m am i I lares, van de peduncuius cerebri naar de nucleus van de corpora mamillaria. F. posterior plexus brachialis, achterste bundel der pars infraclavicularis van de plexus brachialis. F. pyramidalis anterior, pyramide-vóórstreng.F. pyramidalis lateralis, pyramidezijstreng. F. pyramidalis rénis, = pyramida renalis; zie ald. F. radiórum Bergmann, ependymplooi achter de massa intermedia van het diëncephalon. F. retrofléxus (Meynerti), omgebogen bundel; van het ganglion habenulae naar het ganglion interpedunculare. F. Rolandi, voorste deel van de funiculus lateralis medullae oblongatae. F. Schultze, bundel met kommavormige doorsnede van dalende takken der achterste wortelvezels van het ruggemerg. F. soIi tarius, eenzame bundel, de afdalende wortel van de (gevoels)kern van de N. vagus (Gierke, Krause). F. subcallósus, bundel onder het corpus callosum van vóór naar achteren. F. sulco-marginalis (S palteholz), uit het voorste corpus quadrigeminum naar het verlengde merg. F. t halamo-mamiIlaris, bundel van Vicq d’Azyr. F. Türk, zijbundel van de pedunculus cerebri; ook syn. voor F. Arnoldi, van het corpus mamillare naar de thalamus opticus. Fasciculi transversi aponeurosis plantaris, dwarsbundels in het peesblad van de voetzool; syn. ligamenta natatoria, zwembanden. F.transversi aponeurosis palmaris, id. in de handpalm. F. unci nétus, tussen de gyrus uncinatus en de voorhoofdskwab. F. verticalis, lood rechte bundel, tussen gyrus fusiformis en lobulus parietalis. F. Wenckebach, spierbundel, die uit de rechter boezem van het hart naar het infundibulum omhoog gaat.
