visschubbenziekte; aangeboren en bijna steeds ongeneeslijke, meestal in de eerste levensmaanden te voorschijn komende huidziekte, met sterke hoornvorming (hyperkeratosis cutis), waardoor de huid met dunne schubjes of dikke platen van opperhuid of met hoornachtige wratten bezet is; vgl. Xeroderma.
I. buccalis, zie Leukoplakia. I. bullósa, gepaard met de vorming van bullae (zie ald.). I. congenitaal, aangeboren I., de reeds in het baarmoederlijk leven beginnende vorm, die weinige dagen na de geboorte de dood ten gevolge heeft; syn. hyperkeratosis diffusa congenita, keratosis universalis intrauterina, I.foetalis. I. córnea s. hystrix (vgl. Hystrichismus), I. met stekelachtige schubben. I. c y p r í n a, I., waarbij het voorkomen der huid aan dat van een karper herinnert.
I. follicularis, I., die tot de folliculi pilares (zie ald.) beperkt blijft; syn. keratosis (lichen) pilaris, acne sebacea cornea. I. hystrix, zie I. cornea. I.hystrix nígricans (Brutuille), vgl. Naevus linearis. I. linguae, vgl. Leuplakia; syn. psoriasis linguae.
I. nacrée (nacre, Fr., paarlmoer) s. nitida (Lat., glanzig), I.met paarlmoerachtig glanzende schubben. I. paImariset plantaris, I. van de handpalm en de voetzool; vgl. Keratoma palmare et plantare. I. sebacea neonatórum s. testacea, vgl. Cutis testacea; syn. seborrhoea squamosa. I. serpentína (sérpens, kruipend), I. met schubvorming gelijk van een hagedis.
I. testacea, = cutis testacea. I.vúIvae, vgl. Elephantiasis vulvae.
