Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Zielverkooper

betekenis & definitie

werver. Eig. de persoon, die de zeelieden tijdelijk herbergt en voor betaling hun contract (transport, cedel of ceel) overneemt; hij werd ceelverkooper en de persoon, die deze ceelen weer opkocht ceelkooper genoemd; waarsch. door het hgd. (ceelverkooper werd Seelverkaufer) werd het ook bij ons zielverkooper; natuurlijk door volksetymologie.

Doordat die soort herbergiers ook wel als wervers optraden, kreeg het woord de tegenw. bet. Zie Ta. 35, 277 vlgg. Asselijn, J. Klaasz. vs. 243: „Zieleverkoopers, of die zoo transpoorten en maandceelen opkoopen”. Het hgd. kent ook Zeltelkaufer.