eerst in ’t mv. Wentelteefjes, -ies, gebakjes, stukjes brood of beschuit in melk en ei gewenteld en aan weerszijden gebakken ; uit Wentelt-eventjes, of Wentelt-eefies, zooals roerom voor een gebak o.a. van koekdeeg, in kokend water of melk omgeroerd in allen gevallen door omroeren verkregen.
Naast wentelteefjes ook wenteleventjes. Verg. het thans in Z.-Ned. nog gebruikelijk gewonnen brood, vroeger gewonden brood voor gewend brood, dat hetzelfde bet. als Wentelteefjes.