Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Ringelooren

betekenis & definitie

van ringelen, door middel van een ring door neus of oor een dier in bedwang houden, ook overdr. van menschen gezegd, en het woord oor; vgl. ringneuzen, stampvoeten, knikkebollen enz. Ringelen kan zoowel frequent, van ringen (v. e. ring voorzien) zijn als afl. van ringel = ring.

Ringelen had ook reeds de bet., die ons ringelooren heeft, nml. onder zijn bedwang houden, den baas spelen over, kwellen enz. Cats 1, 255 b: „Veel Prinssen ... Geducht by al het volck . . . Maer in hun eygen huys geringelt van een wijf.” De eigenl. bet van ringelen b.v. bij Everaert 269: „Ghelycmen de verkens rynghelt.” Vondel in de Gysbrecht (Werken 3, 366): „Een Krijghsman laet sich niet van paepen ringelooren.”