Ringelooren
van ringelen, door middel van een ring door neus of oor een dier in bedwang houden, ook overdr. van menschen gezegd, en het woord oor; vgl. ringneuzen, stampvoeten, knikkebollen enz. Ringelen kan zoowel frequent, van ringen (v. e. ring voorzien) zijn als afl. van ringel = ring. Ringelen had ook reeds de bet., die ons ringelooren heeft, nml. onder z...