knoeien, sjoemelen (informeel)
De voetbalbond draait met verlies, ze maken de ene na de andere blunder, foefelen met de C4 van Martens (zogezegd neemt hij zelf ontslag) en geven de CEO nog een dikke premie mee naar huis.
(Het Laatste Nieuws)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 4
Vlaamsheid: 4
Gepubliceerd op 21-07-2020
foefelen
betekenis & definitie