Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

eierkoek

betekenis & definitie

gebakken ei, omelet eierstruif

Zo bleven zij een tijdje leuteren, als niet goed meer wetend wat nog aangevangen; maar toen Péélzies vader en haar broeders eensklaps met twee kolossale borden vol eierkoek-boterhammen en twee enorme koffiekannen binnenkwamen, ging een hoezee-gejuich op, en zij begonnen waarachtig weer te eten en te drinken, zich volproppend zoveel zij konden.
(Cyriel Buysse, De nachtelijke aanranding)

Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 2
Vlaamsheid: 1

< >