een veel verwarring stichtende benaming voor het langs galvanotechnische weg aanbrengen van een metaallaag (elektrolytische metaalafscheiding).
Voor thermisch verzinken wordt ten onrechte de naam galvaniseren gebruikt, maar het verdient aanbeveling deze bewerking uitsluitend met de genormaliseerde term thermisch verzinken aan te duiden. Zowel in het Frans, Duits als Engels komt men overeenkomstige moeilijkheden tegen, en in de ISO standard 2080 wordt aanbevolen ook in die talen de verwarring te voorkomen door het gebruik van duidelijke termen. Aanbevolen wordt in het Duits de term galvaniseren geheel te vermijden. In Engeland, waar het woord galvanizing veel voorkomt, wordt aanbevolen dit woord uitsluitend te gebruiken in de combinatie hot dip galvanizing, terwijl in het Frans de term galvanisation à chaud de voorkeur verdient.
Galvaniseren van kunststoffen is een van de bewerkingen in de galvanotechniek waarbij als ondergrond een elektrisch niet geleidende kunststof wordt gebruikt. Hoewel deze techniek eigenlijk deel uitmaakt van het grotere gebied van het aanbrengen van galvanische deklagen op niet-geleiders, zijn speciale procédés ontwikkeld, zowel met betrekking tot de ondergrond als wat betreft de uit te voeren bewerking, waardoor een geheel eigen tak van de galvanotechniek is ontstaan.
In het algemeen bestaat de reeks bewerkingen uit het prepareren van het kunststofoppervlak door etsen en gevoelig maken, gevolgd door het afscheiden van een stroomloos (door reductie) verkregen metaalneerslag waardoor het oppervlak geleidend wordt. Daarna kan langs de normale weg een galvanisch neerslag worden opgebouwd. De eerste kunststof die voor dit doel werd gebruikt was een op speciale wijze gepolymeriseerd ABS (acrylonitrilbutadieen-styreen) in de vorm van een entpolymeer (Eng.: graft polymer). Daarbij zijn de butadieengroepen als vertakkingen op de lineaire macromoleculen aanwezig. Bij een etsproces in een mengsel van chroomzuur-zwavelzuur worden deze butadieengroepen uitgeëtst, waardoor microporiën ontstaan die aan het oppervlak nauwer zijn dan in de diepte. Bij een daarna volgende activering, bestaande uit gevoelig maken met tin (II)chloride-palladiumchloride en het neerslaan door reductie van een zilverlaag, wordt het oppervlak geschikt gemaakt voor het afscheiden van het stroomloze metaalneerslag. Twee technieken zijn hiervoor in gebruik, nl. stroomloos verkoperen en stroomloos vernikkelen.
De bij dit proces verkregen laag groeit in de poriën waardoor een ‘drukknoophechting’ ontstaat. Op deze laag kan men elektrische contacten aanbrengen, waarna een normale galvanotechnische behandeling kan plaatsvinden.
Ook andere polymeren, bijv. op basis van polyurethan of polypropeen, zijn thans beschikbaar voor een overeenkomstig proces.
Galvaniseren van kunststoffen (Eng.: plating on plastic) wordt toegepast in de autoindustrie, voor het vervaardigen van sanitaire artikelen en voorts voor een grote verscheidenheid van sier- en gebruiksartikelen, zoals draagbare radio’s, ballpoints, aanstekers, kandelaars enz. De verkregen lagen zijn over het algemeen dikker en daardoor slijtvaster dan metaallagen die men door opdampen op kunststoffen kan aanbrengen.