(Fr.: balcon; Du.: Balkon; Eng: balcony), een niet-gelijkvloers, voor een muur aangebracht uitstekend platform, dat van de ruimte achter deze muur uit toegankelijk is en door een borstwering wordt afgesloten; het kan open of gesloten zijn.
Het onderscheidt zich van de erker, doordat het geen integrerend deel uitmaakt van de ruimte waarvoor het is aangebouwd, van de loggia, doordat het niet (geheel of gedeeltelijk) in het hoofdbouwwerk is ingevoegd en van de galerij, doordat het niet van de grond af gesteund wordt. De Nederlander en de Vlaming gebruiken het woord balkon even onnauwkeurig als de Italiaan: men gebruikt al te veel galerij en balkon door elkaar. Het balkon rust op in de muur bevestigde draagbalken of consoles van hout, staal of steen.De moderne betonbouw heeft ver-uitstekende en het gehele bouwlichaam omringende balkons mogelijk gemaakt, o.a. door solide bevestiging van de balkonplaat zelf in de gewapend-betonnen muurbalken of muren en eventueel over een bakstenen draagmuur of een stalen latei binnen het gebouw doorlopend. Deze uit gewapend beton vervaardigde balkons bezitten dikwijls een gesloten borstwering, in tegenstelling tot de vroegere, die uit hout, baksteen, natuursteen of staal waren samengesteld, waarbij de opengewerkte balusterborstwering overheerste. In algemene zin is een balkon ieder door een borstwering afgesloten niet-gelijkvloers platform; zo spreekt men van trein- en tramwagenbalkons, van theaterbalkons enz.