Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!

Synoniem van week

  • kalenderweek
  • onvast
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • aandoenlijk
  • bepaald tijdvak
  • flauw
  • gevoelig
  • goedaardig
  • graatachtig
  • karakterloos
  • nat
  • onvast
  • slap
  • zacht
  • Betekenis van week
  • Spreekwoorden met week
  • Spelling van week
  • week vervoegen
2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen ©

Handwoordenboek synoniemen ©

J.V. Hendriks (1898)

Week

zie Zacht.

2017-11-14 2017-11-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Nederlands woordenboek voor onderwijs

week

week - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

1. zacht en slap
♢ door de vorst is het plastic week geworden
1. in de week zetten
[in het water zetten om schoon te laten worden]

1. periode van zeven dagen
♢ we gaan een week op vakantie
1. week in week uit
[altijd]
2. door de week
[alleen op werkdagen, niet op zondag]

Bijvoeglijk naamwoord: week
... is weker dan ...
het weekst
de/het weke ...
iets weeks

Zelfstandig naamwoord: week
de week
de weken
het weekje

Synoniemen
onvast

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2022 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten