Synoniemen zoeken
Synoniem van voornaam
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
voornaam
voornaam - [bnw] een groot maatschappelijk aanzien of respect genietend; het woord is synoniem met aanzienlijk en geëerd, en met van aanzien (alleen predicatief gebruikt). Vorstelijke personen zijn doorluchtig, ingezetenen en burgers notabel. Een voorname familie of een voornaam geslacht noem je patricisch.
Zie: achtenswaard; bekend; belangrijk; deftig; select.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Voornaam
Eene hooge plaats innemend in de schatting der wereld. Geacht drukt dit in het algemeen uit. Aanzienlijk is de man, die om uiterlijke omstandig¬heden, inzonderheid stand en vermogen door zijne medeburgers geëerd wordt; voornaam is hij die van hooge geboorte of een der eersten geacht wordt. Mohammed was gesproten uit een der edelste en aanzienlijkste Arabische geslachten. Een aanzienlijk koopman is nog niet altijd een voor¬naam koopman. Achtbaar, achtenswaardig, eerbiedwaardig en eerwaardig wordt van die soort van aanzien gezegd, welke niet door omstandigheden buiten ons, maar door eigene, innerlijke waarde of verdienste verkregen wordt en hoogachting of eerbied verwekt. Ook wordt het praedikaat acht¬baar iemand toegekend op grond van de deftigheid van zijn voorkomen, die ontzag en eerbied inboezemt. Gebruikt men in dezen zin voornaam, dan, ziet men meer op uiterlijk vertoon dan innerlijke waarde; zoo zal men b.v. wel zeggen: Wat een voornaam heer is dat, doch niet wat een acht¬baar heer. Een achtbaar magistraat. Eerwaardig en eerbiedwaardig worden vooral gezegd van achtbare personen, die door hoogen leeftijd achting en eerbied afdwingen. Grijze lokken versieren zijn eerbiedwaardig hoofd. De eerwaardige Raadpensionaris strompelde naar het schavot. Een achtbaar en eerbiedwaardig gébruik verdient eerbied om zijn ouderdom. Evenals achtbaar een titel is voor overheidspersonen, zoo is eerwaard een titel voor geestelijke overheden. De achtbare leden van den Raad van Amsterdam. De weleerwaarde heer sprak zijn parochianen vriéndelijk toe.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
voornaam
voornaam - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: voor-naam
1. van grote betekenis
♢ de voornaamste reden om niet mee te doen is mijn ziekte
2. als (van) iemand die hooggeplaatst is
♢ wij wonen in een voorname buurt
1. naam die vóór je familienaam staat
♢ zijn voornaam is Jan
Bijvoeglijk naamwoord: voor-naam
... is voornamer dan ...
het voornaamst
de/het voorname ...
iets voornaams
Zelfstandig naamwoord: voor-naam
de voornaam
de voornamen
het voornaampje
Synoniemen
belangrijk, deftig, gewichtig, hoog, nobel, relevant
Tegenstellingen
gering, irrelevant, klein, lullig, miezerig, onbeduidend, onbelangrijk, triviaal