Synoniemen zoeken
Synoniem van Straf
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
straf
straf - maatregel die tegen iemand wordt genomen ter vergelding van een onrechtmatige daad, een verzuim of een overtreding. Een biechtvader legt een biechteling penitentie op. In vroeger tijd werd iemand die door de wereldlijke overheid gestraft werd met een ban, verbanning, exil of exilium, vogelvrij verklaard. Bij een vrijheidsstraf (zie aldaar) ontneemt men iemand tijdelijk of voorgoed de vrijheid. Een lijfstraf betreft het lichaam; de bastonnade is een Turkse of Perzische lijfstraf waarbij de gestrafte met een stok of een leren riem op voetzolen of rug wordt geslagen. In het rooms-katholieke en protestantse kerkrecht kennen we de censuur: een suspensie is een censuur waarbij een katholieke geestelijke tijdelijk of blijvend zijn functie moet neerleggen of geheel of gedeeltelijk zijn kerkelijke inkomsten kwijtraakt; een interdict ontneemt een gelovige bepaalde rechten, maar hij wordt niet van de kerkelijke gemeenschap uitgesloten.
Zie: excommunicatie.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
straf
straf - zelfstandig naamwoord
1. vervelende maatregel omdat je iets deed wat niet mocht
♢ het kind moest voor straf om zeven uur naar bed
1. een onvoorwaardelijke straf
[die meteen wordt uitgevoerd]
2. een voorwaardelijke straf
[die pas wordt uitgevoerd als je opnieuw in de fout gaat]
Zelfstandig naamwoord: straf
de straf
de straffen
het strafje
Tegenstellingen
beloning