Synoniemen zoeken
Synoniem van glanzen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
glanzen
glanzen - een lichtschijnsel teweegbrengen. Van een zachte glans is sprake bij glimmen. Bij blinken en stralen is de glans fel. Glinsteren houdt in dat er een beweeglijke of schijnbaar bewegende lichtbron is (bijvoorbeeld sterren). De vriendelijke woordjes twinkelen en pinkelen worden vrijwel alleen gebruikt in verband met sterren. Een felle glinstering wordt aangegeven met schitteren en fonkelen. Blikkeren wil zeggen: schitteren met onregelmatige onderbrekingen. Het onderwerp van bliksemen, vuur schieten, vonken schieten of vlammen schieten zijn iemands ogen; oorzaak zijn gevoelens van woede, haat, verontwaardiging en dergelijke. Als iets tintelt, schittert het in snelle afwisseling van helder (maar niet sterk) en minder helder licht. Een warme of levendige glans wordt verspreid wanneer iets flonkert; in geval van een vrolijke flonkering in iemands ogen kun je ook (weer) twinkelen gebruiken. Parelen is alleen van toepassing op een druppel of een traan. Iemands ogen gloeien, maar ook wijn in een glas gloeit.
Zie: gloren; schijnen.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Glanzen
Veel licht van zich geven. Glanzen wordt gebruikt van elk voorwerp dat lichtstralen gelijkmatig afwerpt; heeft er bij de uitstrooming der lichtstralen schittering plaats, dan gebruikt men een der andere woorden. Van deze uitdruk¬kingen is blinken de zwakste; het wordt schier uitsluitend gezegd van het glanzen door een levendig, nog min of meer gelijkmatig teruggekaatst licht. Het is niet al goud, wat er blinkt. De andere woorden zien op de uit¬straling van eigen licht, of ten minste van een licht, dat met zooveel kracht wordt teruggeworpen, dat het weerkaatsend voorwerp met een zelflichtend gelijk staat. Daarbij moet het licht niet met een gelijkmatigen stroom, maar als met schokken of golven, het oog treffen. Haar luister blinkt alom, ja schittert ons in de oogen. De sterren flikkeren, fonkelen, flonkeren. Een diamant fonkelt. De glimworm glinstert in het duister. Tintelen wordt soms gevonden in de beteekenis van sterk vonkelen. "Het tintlend licht der sterrevieren." Overdrachtelijk wordt vonkelen door fonkelen vervangen: Zijne oogen fonkelden van vreugd. Eigenlijk moest, naarde uitspraak oordeelende, in beide gevallen fonkelen geschreven worden.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
glanzen
glanzen - regelmatig werkwoord
uitspraak: glan-zen
1. zacht licht weerkaatsen
♢ haar haren glanzen in de zon
Regelmatig werkwoord: glan-zen
ik glans
jij/u glanst
hij/zij glanst
wij/zij/jullie glanzen
ik/jij/u/hij/zij glansde
wij/zij/jullie glansden
hij heeft geglansd
glanzend, glanzende
Synoniemen
blinken, glimmen