Synoniemen zoeken
Synoniem van dienaar
Synoniem van 'n ander trefwoord

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Dienaar
Gezegde(s):
• in iemands gareel draven

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Dienaar
Spreekwoord(en):
• nieuwe knechts werken goed
• geen wijzer abt of hij was monnik
• zo heer, zo knecht
• wij zijn allemaal slaven, alleen de lengte van onze kettingen wisselt

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Dienaar
Iemand, die in dienst van een ander staat. Dienaar is eigenlijk het algemeene woord en duidt ieder, die dient, aan. Bediende duidt in het algemeen iemand aan, die voor loon dient. Door dienstboden verstaat men hootdzakelijk de bij iemand inwonende per¬sonen, die voor loon huiselijke werkzaamheden verrichten. Dienaar is deftiger dan bediende of dienstbode en veronderstelt een voornamer of ge¬wichtiger werkkring; vandaar dat het gebezigd wordt in samenstellingen als kamerdienaar, gerechtsdienaar, staatsdienaar, enz. Bode is de benaming voor de dienaren aan openbare inrichtingen, als b.v. het stadhuis, provin¬ciaal gouvernement, ministerie, terwijl de dienaar, die daar bij den minister dienst doet kamerbewaarder genoemd wordt. Bij knecht daarentegen staat het denkbeeld van persoonlijke afhankelijkheid meer op den voorgrond; dit is in nog sterkere mate het geval met lakei, dat vroeger voetknecht of lijfknecht beteekende, die de livrei of de kleeren met wapenkleuren van zijn heer droeg. In figuurlijken zin duidt knecht iemand aan, die geen vrijen zelfstandigen wil heeft, letterknecht; dienaar wordt in beleefdheidsformules, als uw dw. dienaar, gebruikt.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
dienaar
dienaar - zelfstandig naamwoord
uitspraak: die-naar
1. wie diensten voor iemand verricht
♢ zie hier uw nederige dienaar
Zelfstandig naamwoord: die-naar
de dienaar
de dienaren
het dienaartje