Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Valt op hè?

Ontwerp nu je advertentie. Direct online!

Geen resultaten voor kunnen

  • Betekenis van kunnen
  • Spreekwoorden met kunnen
  • Spelling van kunnen
  • kunnen vervoegen
2019-10-24 2019-10-24
Synoniemen woordenboek

Synoniemen woordenboek

Groot Synoniemen- woordenboek

kunnen

kunnen - [hww] In zinnen meteen ontkennend element is het synoniem met bij machte zijn: 'ik ben niet bij machte die berg te beklimmen'. In staat zijn (om) te is formeel van stijl, vermogen te zeer formeel. Weten te heeft betrekking op iets moeilijks; de kunst verstaan om te op een moeilijke vaardigheid. Door omstandigheden ben je in de gelegenheid om iets te doen ofte laten. Bij mans genoeg zijn (om) te gaat het om iemand wiens capaciteiten en dergelijke onderschat lijken te worden. Ook op hebben te volgt een onbepaalde wijs; de uitdrukking heeft betrekking op 'beschikken over', 'geven' en dergelijke: 'onze tegenstanders hebben te beschikken over een rijkdom aan hulpbronnen'.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Nederlands woordenboek voor onderwijs

kunnen

kunnen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: kun-nen

1. in staat zijn het te doen
♢ zij kan mooi tekenen
1. ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
2. ik kan er niets aan doen
[het is mijn schuld niet]
3. daar kan ik niet tegen
[ik kan het niet verdragen]
4. ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
5. daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
6. ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
7. je kunt van hem op aan
[je kunt op hem rekenen]
8. ken niet ligt op 't kerkhof, wil niet ligt ernaast (TB)
[als je iets wilt, is alles mogelijk]
2. mogen
♢ je kunt wel gaan
3. mogelijk zijn
♢ dat glas kan niet stuk
1. die jurk kán niet
[hij staat erg gek]
2. zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
3. het kan ermee door
[zo gaat het wel]
4. het kan niet op
[er komt geen eind aan]
5. zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]

Algemene uitdrukkingen:
1. jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
Onregelmatig werkwoord: kun-nen
ik kan
jij/u kunt
hij/zij kan
wij/zij/jullie kunnen
ik/jij/u/hij/zij kon
wij/zij/jullie konden
hij heeft gekund

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2023 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten