Synoniemen zoeken
Synoniem van krijgen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Krijgen
Gezegde(s):
• in de wacht slepen
• op de kop tikken

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Krijgen
Spreekwoord(en):
• een gekregen paard kijkt men niet in de bek

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Krijgen
In het bezit van iets komen. Krijgen en iets deftiger ontvangen laten in het midden of men daartoe al dan niet moeite aangewend, stappen gedaan, aanleiding gegeven heeft. Men ontvangt een brief, maar men ontvangt ook antwoord. Een kind krijgt knorren, maar het krijgt ook permissie om uit te gaan. Ontvangen onderstelt altijd dat men iets krijgt, dat men aanneemt. Men is hierbij zelf actief of wordt althans zoo voorgesteld. Bij krijgen is dit niet zoo bepaald het geval. Soms echter worden beide door een gebruikt: Vergiffenis krijgen vergeving van zonden ontvangen. Geld ontvangen. Zijn zin krijgen. Slaag krijgen. Een trap krijgen. De koorts krijgen. Bekomen (een germanisme uit later tijd) behalen erlangen verkrijgen en verwerven daarentegen hebben altijd het bijdenkbeeld, dat men zich inspanning of moeite getroost heeft om tot het bezit te geraken, of wel, dat men er, zonder of met bewustheid, werkzaam voor geweest is. Erlangen komt bijna alleen in hoogeren stijl voor; ver¬krijgen is sterker dan bekomen; verwerven zegt wederom meer dan ver¬krijgen. Behalen wordt gezegd van het door groote krachtsinspanning verkrijgen van iets, waardoor men eer verwerft: de overwinning behalen lauweren behalen enz. Het wordt niet van het verkrijgen van een bepaald voorwerp gebruikt. Waar zijn deze goederen te bekomen? Door onvoor¬zichtigheid een ongeluk bekomen. De vrijheid erlangen. Eer en aanzien verkrijgen. Iemands goedkeuring verwerven.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
krijgen
krijgen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: krij-gen
1. in het bezit ervan komen
♢ ik kreeg een fiets van Johan
1. slaap krijgen
[slaperig worden]
2. ik krijg hem nog wel!
[ik zal wraak nemen]
3. er erg in krijgen
[begrijpen hoe het zit]
4. het aan de gang krijgen
[laten werken]
5. er genoeg van krijgen
[het niet meer willen]
6. een kind krijgen
[bevallen]
7. op je kop krijgen
[horen dat het niet meer mag gebeuren]
8. het warm krijgen
[je warm voelen]
Onregelmatig werkwoord: krij-gen
ik krijg
jij/u krijgt
hij/zij krijgt
wij/zij/jullie krijgen
ik/jij/u/hij/zij kreeg
wij/zij/jullie kregen
hij heeft gekregen
de/het/een gekregen ....
krijgend, krijgende
Synoniemen
binnenkrijgen, incasseren, ontvangen, verkrijgen
Tegenstellingen
wegbrengen