Synoniem van kraag

kraag - afzonderlijk kledingstuk of deel van een jurk, jas, blouse en dergelijke dat de hals omgeeft. Synoniem: halskraag. Een col is opstaand, maakt deel uit van een trui, een jurk en dergelijke en omgeeft de hals helemaal. Bont is het materiaal waaruit een bontkraag of bontje is gemaakt. De matrozenkraag hangt op de rug af, is vierkant en heeft witte randen.

Zie: boord; hals; kledingstuk.

zie Boord.

kraag - zelfstandig naamwoord

1. bovenste gedeelte van hol of diep iets
♢ het glas bier had een kraag van schuim
2. omgeslagen rand bij de halsopening
♢ de kraag van dit overhemd is versleten
1. iemand in zijn kraag grijpen
[hem arresteren]
2. een stuk in je kraag hebben
[dronken zijn]
3. je een stuk in je kraag drinken
[zoveel drinken dat je dronken bent]

Zelfstandig naamwoord: kraag
de kraag
de kragen
het kraagje

Synoniemen
rand