Synoniem van heffing

heffing - bijdrage die de overheid volgens algemene, op de wet steunende normen kan vorderen. Voor niet-bedrijfsmatige prestaties die de overheid heeft geleverd aan individuele belanghebbenden wordt retributie geheven (zie aldaar). Voor belasting - in België ook contributie - hoeft de overheid de belastingbetaler gen bepaalde tegenprestatie te leveren. Bij indirecte belasting (zie aldaar) worden geen kohieren opgemaakt, bij de periodiek geheven directe belasting (zie aldaar) wel. Census of cijns moet men bij censuskiesrecht betalen om te mogen kiezen. Het rijk heft rijksbelasting, de gemeente gemeentebelasting. Voor onderhoud van dijken en kaden dient de polderbelasting, ook polderlasten (alleen meervoud) genoemd. In vroeger eeuwen dwongen veroveraars schattingen af; de Israëlieten moesten bijvoorbeeld voor de tempel hoofdgeld betalen aan de keizer. Voorheen werd in de Noordelijke Nederlanden en in NoordDuitsland een belasting geheven die schot wordt genoemd. Een bede is een middeleeuwse directe of indirecte belasting die vrijwillig op verzoek van de territoriale vorst wordt opgebracht op onregelmatige tijdstippen. Leenheren hieven taille van hun vazallen. Dit woord kan ook betekenen: periodieke directe belasting in Frankrijk van de vijftiende eeuw tot 1789.

Zie: bijdrage.

heffing - zelfstandig naamwoord
uitspraak: hef-fing

1. geld dat je verplicht bent te betalen
♢ de BTW op alles wat we kopen, is een heffing

Zelfstandig naamwoord: hef-fing
de heffing
de heffingen
het heffinkje