Wat is de betekenis van Heffing?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heffing

heffing - Zelfstandignaamwoord 1. het vorderen, het heffen 2. het gevorderd bedrag 3. (letterkunde) lettergreep die een versaccent draagt Woordherkomst Naamwoord van handeling van heffen met het achtervoegsel -ing Verwante begrippen belasting, douanetarief, inning, inzameling, rechten, toltarief, heffen

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heffing

heffing - zelfstandig naamwoord uitspraak: hef-fing 1. geld dat je verplicht bent te betalen ♢ de BTW op alles wat we kopen, is een heffing Zelfstandig naamwoord: hef-fing de heffing de...

2024-04-19
Begrippenlijst kernpunten van de economie

Redactie Ensie (1990)

Heffing

In bepaalde gevallen kan de overheid zowel aan consumenten als aan producenten een extra betaling opleggen. De overheid kan besluiten lucht- en waterzuiveringsinstallaties te bouwen, waarvan de kosten via een heffing geheel of gedeeltelijk op de vervuiler verhaald kunnen worden. Het aantal milieuheffingen neemt de laatste jaren toe.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heffing

oplegging, invordering; beklemtoonde lettergreep.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heffing

v. (-en), 1. het heffen; — inning, invordering, oplegging (van belasting, boete, schoolgeld enz.); 2. (versleer) lettergreep die een versaccent draagt; 3. (bij ’t breien) meerdering : aan de heffing zijn; de heffing bedraagt 10 steken.

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HEFFING

(belastingwetenschap) wordt gewoonlijk gebruikt als synoniem van „belasting”. In de Nederlandse literatuur wordt een afwijkende betekenis bepleit en wel in de zin van een overkoepeling van een aantal (gedwongen) afdrachten aan de overheid. „Heffing” heeft volgens deze opvatting plaats, indien de overheid met toepassing van a...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heffing

v. -en; inning; v. belastingen enz.: oplegging; hefoffer; arsis: een gedwongen heffing; een regel met 4 heffingen.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heffing

v. (-en) [< heffen] 1. (1) hefoffer. 2. (2) lettergreep die een versaksent draagt. 3. (3) invordering : een van geld.