Synoniemen zoeken
Synoniem van buik
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
buik
buik - het deel van de romp van mensen en (zoog)dieren dat onder het middenrif en boven de bekkengordel is gelegen. In de geneeskunde spreekt men van een abdomen. Bij geleedpotigen heet het achterlijf. De buik van een mens die neigt naar dik-worden wordt buikje genoemd. Een dik persoon heeft in de volksmond een pens of een spekbuik. Een dikke buik door drankgebruik is een bierbuik; hangt hij slap over de broekband heen, dan is het een hangbuik. Met een vrouwenbuikje wordt het betreffende licht bol staande lichaamsdeel van vrouwen aangeduid, ook
als ze niet dik zijn.
Zie verder: maag.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
buik
buik - zelfstandig naamwoord
1. het zachte middelste deel van het lichaam
♢ ik heb pijn in mijn buik
1. schrijf maar op je buik
[je krijgt je zin niet]
2. baas in eigen buik zijn
[zelf mogen beslissen over abortus]
3. er de buik vol van hebben
[ervan balen]
4. beter de buik gebarsten dan de kost bedorven (TB)
[je moet alles opeten]
5. het zijn twee handen op één buik
[schamper commentaar als twee mensen het altijd met elkaar eens zijn]
6. vlinders in je buik hebben
[verliefd zijn]
7. er de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
8. dat kun je wel op je buik schrijven
[dat ga ik niet betalen]
Zelfstandig naamwoord: buik
de buik
de buiken
het buikje
Synoniemen
pens
Tegenstellingen
rug