Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

regelen

betekenis & definitie

(regelde, heeft geregeld), (ook:) A (m.b.t. zaken),

1. in orde maken, inrichten. Zaterdagavond verhuisde hij naar zijn mooi, groot nieuw geverfd huis. Hij regelde het huis naar zijn smaak (de Groot & D. 23). Met enige kloppende bewegingen van zijn handen regelde Lando zijn kuif (van Mulier 1972: 40).
2. opruimen. Toen de jongens opstonden en hun kamer hadden geregeld, bedacht Armand een leuk plannetje (Maynard a: 26).
3. in een bepaald verband plaatsen, opstellen. In huis hebben we dezelfde meubels, maarize staan anders geregeld (Hijlaard 114). -

B (m.b.t. personen),

1. het regelen voor, het in orde maken voor. Kweek- en AMS-meisjes spelen toch geen rol in ‘het stuk’ van Cigollilundo?... Dacht je dat?... dat er een paar pis figurantjes gebruikt worden... een schandaal... hadden ze de hele week vrij van school? iemand moet ze geregeld hebben (Ferrier 1969: 97).
2. een plezier doen, begunstigen. Geen voortrekkerij hierzo! Geen enkele mense worden hier geregeld! (Cairo 1976: 113).
3. helpen aan een betrekking bij de overheid of andere inkomsten(bron), op grond van familierelatie, vriendschappelijke verhouding o.i.d. Als Creool durf ik te zeggen, dat wij het voor onszelf verknoeien. Wij willen niet werken, wij willen geregeld worden (Doelwijt 1969: 43).