Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

jaardag

betekenis & definitie

(de, -en), verjaardag. Op haar jaardag, een aantal maanden geleden, was hij de straat overgestoken en had bij Varekamp een boek voor haar gekocht (Dobru 1968c: 54).

- Etym.: In AN veroud., gebr. in BN. Samenst. bijv. koninginnejaardag (Hijlaard 35). Zie ook: verjarie.