Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

houtgrond

betekenis & definitie

(de, -en), (veroud.) bos- en houtbedrijf, i.h.a. behorende bij een plantage (A.1). Aangezien er dikwijls geen bruikbaar houtbestand meer in de buurt van de in bedrijf zijnde landbouwplantages voorkwam, werden de houtgronden elders uitgegeven, zoals in de Boven-Para.

Deze gronden bleven meermalen als een uitbreiding op afstand aan de moederplantage verbonden ( ) (Enc.Sur. 481). - Etym.: Zie grond, i.h.b. bet. 2. Oudste vindpl. plak. van 1763 (S&dS 775). AN veroud. h. = bosgrond; bosgebied. Syn. houtplantage,houttuin.