Gepubliceerd op 30-07-2020

Overstag gaan

betekenis & definitie

een zeemansuitdrukking die eig. wil zeggen: een schip over (d.i. in de richting van) een andere boeg wenden; door de wind gaan, omgaan; vandaar overdrachtelijk genomen voor: van mening (partij) veranderen, zijn draai nemen, door de wind gaan. Ouder (17de e.) is oversta(a)g werpen of smijten, van mening doen veranderen. Onder het stag verstaat men een steuntouw van de mast, masttouw: een dik touw waardoor de masten en stengen naar voren bevestigd worden; in eig. zin is dus overstag gaan in de richting van het stag gaan, draaien, wenden. Hd. über Stag gehen. Minder gewoon in combinatie met andere werkwoorden: iemand overstag, helpen, doen vallen, de voet lichten; iemand overstag praten (Wolff en Deken).

< >