Gepubliceerd op 30-07-2020

Hij is Oostindisch doof

betekenis & definitie

hij houdt zich doof, hij doet alsof hij niets hoort als hij geroepen, aangesproken of om iets aangezocht wordt. Deze uitdrukking, niet voor de 19de e. opgetekend, is ongetwijfeld ontstaan door het verkeer van Nederlanders met oosterlingen, die van de tot hen gerichte (Nederlandse) woorden niets begrepen en er dus niet op reageerden. Vgl. de soortgelijke uitdrukking aan dat oor is hij doof, daar wil hij niets van horen, daarmee moet ge bij hem niet aankomen. Fr. faire la sourde oreille, Hd. den Tauben spielen; Schulzenohren haben; Eng. to turn a deaf ear to.

< >