Hij is Oostindisch doof
hij houdt zich doof, hij doet alsof hij niets hoort als hij geroepen, aangesproken of om iets aangezocht wordt. Deze uitdrukking, niet voor de 19de e. opgetekend, is ongetwijfeld ontstaan door het verkeer van Nederlanders met oosterlingen, die van de tot hen gerichte (Nederlandse) woorden niets begrepen en er dus niet op reageerden. Vgl. de soortge...