er niets te zeggen hebben; een nul in het cijfer zijn; op Urk: ij is maer en teuslegger. Een elliptische uitdr. voor ergens voor een oordje of een blank thuisliggen, dat is voor een kleinigheid ergens inwonen, in de kost liggen, en omdat men weinig inbrengt ook weinig te zeggen hebben. Vgl. Wolff en Deken, Br. van Abr. BI. 3, 114: ,,’t Is een Wyf, nog veel listiger dan Delila uit den Bybel, daar Samson ook voor een oortje by t’huis lag.” Hiernaast reeds Halma 230, met weglating van de prijs waarvoor men inwoont: „de man leit er maar te huis, dat is, heeft niet in zijn huis te zeggen”. Vgl. in het Fri. it wiifhet de broek oan en de man is thuslizzer.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk