Ergens thuisliggen
er niets te zeggen hebben; een nul in het cijfer zijn; op Urk: ij is maer en teuslegger. Een elliptische uitdr. voor ergens voor een oordje of een blank thuisliggen, dat is voor een kleinigheid ergens inwonen, in de kost liggen, en omdat men weinig inbrengt ook weinig te zeggen hebben. Vgl. Wolff en Deken, Br. van Abr. BI. 3, 114: ,,’t Is een...