Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Iemand (aan) de pols voelen

betekenis & definitie

eig. gezegd van de dokter die een zieke de pols, d.i. het kloppen van de slagader aan de pols, voelt, om te weten of hij koorts heeft of zwak is; bij overdracht gebezigd om uit te vragen. Reeds bij Cats en Hooft.

In dez. zin zegt men iemand polsen, ook reeds 17de e., dat echter op een heel andere overdracht berust, nl. eig. betekent: de hoogte van het water peilen door een polsstok; syn. van iemand tintelen, eig. de diepte van een wond peilen, dat in de 17de eeuw zeer gewoon was en thans nog in een gedeelte van Zuid-Nederland gebruikt wordt. Fr. tâter le pouls à quelqu’un; Hd. einem den Puls of auf den Zahn fühlen; (bei einem) auf den Busch klopfen; Eng. to feel a person's pulse; to sound a person.