Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

’Em smeren

betekenis & definitie

jonge gemeenz. uitdr. voor: ervandoor gaan, ijlings weglopen; wellicht eig. de voeten smeren; vgl. het Fr. grasser ses bottes, zich reisvaardig maken; Hd. seine Sohlen schmieren, het Westfaalse de hacken smeren, „reiszaus nehmen”, en voor een soortgelijke elliptische uitdr. ’em poetsen (zie n° 1235). In dezelfde zin in de 17de en 18de e. zijn schoenen met hazevet smeren (Hd. seine Schuhe mit Hasenfett schmieren), in Celestina O v r° den hazenwimpel op steken.

Mogelijk is het evenwel dat we moeten uitgaan van smeren in de zin van ergens langs strijken en vandaar strijkelings langs de grond gaan. Fr. se sauver; se tirer; s’esquiver, filer par la tangente; Hd. sich drücken, sich dünne machen, sich skizzieren; Eng. to skedaddle; to scratch it; to hook it; to make trucks.