Ergens het mier aan hebben
Ergenseen hekel aan hebben, ergens de pest aan gezien hebben. Vermoedelijk van de stam van het Vla. mieren, kriebelen, wriemelen, jeuken. Derhalve: krieuwelig, jeukerig, scherpte in het bloedEen mier in de broek hebben
a Niet stil kunnen zitten;Een mier in de broek hebben
b nerveus zijnEen mier in zijn broek hebben
Erg onrustig zijn, altijd in beweging zijnHij heeft een mier in zijn broek
Hij is erg ongeduldigde (of het) mier aan iets of iemand hebben
een erge hekel aan iets of iemand hebben.Als men één mier doodslaat, komen er tien op de begrafenis
Ze zijn zó talrijk, dat ze bijna niet zijn uit te roeienArm zijn als de mieren
Zeer arm zijnHij ligt bij de mieren
Hij is dood en begravenHij is bij de mieren
Hij is dood en begravenErgens over zitten te mieren
Zaniken, peuteren, kwellen, donderjagen. Kennelijk is dit woord afgeleid van het znw. mier (het insekt), zoals blijkt uit het Fri.: eamelje (eameler: mier) voor: treuzelen, zeurenDe miertjes leggen haar winterkoren in de zon
Een naarstig mens neemt tijdig zijn voorzorgen, is spaarzaamDe miertjes leggen haar winterkoren in de zon
Een naarstig mens neemt tijdig zijn voorzorgen (is spaarzaam)Zo arm zijn als de mieren
Niets bezitten. De toevoeging: ‘als de mieren’ is een zinloze versterking. Denkt men aan de fabel van De krekel en de mier, dan blijkt zelfs dat de mieren wel degelijk iets bezitten kunnen. De Romeine...Lees meer
Ga tot de mieren, gij luiaard
Ontleend aan Spr. 6:6, waar staat: ‘Ga tot de mier, gij luiaard! Zie haar wegen en word wijs!’ De uitdrukking wordt gebezigd om een lui mens door het beschamend voorbeeld van dit zo nijvere, vlijtige ...Lees meer