Ergens veilig, goed zitten, bijv. op een hoog gelegen land, beschermd tegen het wassende water. Zie de kanttekening bij Hagg. 2:7: ‘Met de mensen die op het hoge, droge land wonen’. Men spreekt ook we... Lees meer
Veelal met de toevoeging: zei de duivel, en hij liep met zijn kop tegen de muur. Elkaar in felheid niet toegeven. Wordt gezegd van twee vertoornde mensen, wier belangen of wensen strijdig zijn. De uit... Lees meer
‘Have’, van de dezelfde stam als: hebben, derhalve: wat men bezit of heeft. De zegswijze behoort tot de talloze zgn. tweelingspreekwoorden (kort en goed, lang en breed, hoog en droog, enz.). Al iemand... Lees meer
Hard studeren. Volgens Ndl. Wb. (II, 2912): ‘zitten als een blok', nl. om te werken, zeer ingespannen en onafgebroken werken. Volgens Winschooten (115): ‘niets anders als een blok, gelijk kuipers, sme... Lees meer
‘Gelag', van: geliggen, samenliggen. Oorspronkelijk bijeengelegde voorwerpen, samengebrachte gelden. Later: gezelschap van personen die samen aanzitten. Daarna: gezamenlijke vertering in een kroeg (vg... Lees meer
Dit is eigenlijk een afkorting van: het hard arm hebben, hard ongelukkig zijn, d.i. zeer arm en ongelukkig zijn. Door het wegdenken van het hoofdbegrip kreeg ‘hard' zelf de opvatting van: arm, ongeluk... Lees meer
‘Gerucht’, wat er alzo van iemand of iets gezegd wordt; het eerste is: onzekere, losse praatjes. Vgl. Spr. 15:30: ‘Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet’. De t... Lees meer
Eigenlijk: Vreest God en houdt uw kruit droog. Zinspreuk van de president der voormalige Transvaalse Republiek Paul Kruger. De uitdrukking betekent: zuinig zijn met zijn belangrijkste verdedigingsmidd... Lees meer