Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'gaan'
Overstag gaan
a Een andere mening (dan eerst) aanhangen;b uiteindelijk toegeven. Iemand overstag helpen Iemand de voet lichten
Letterlijk: Over een andere boeg gaan, het schip wenden, van richting veranderen. De ‘stag’ is het touw, dienende om de mast te steunen, zodat deze niet achterover kan slaan. Overdrachtelijk: van opinie veranderen, zodanig, dat zij tegengesteld wordt aan die, welke vroeger gehuldigd werd. Wordt voorts ook gezegd wanneer iemand zijn evenwicht verliest en daardoor valt
Gaan passagieren
Een dag aan de wal doorbrengen van zeelieden. Volgens sommigen zou dit woord stammen van Jav.: pasisir, strand, oever. Zou dan dus betekenen: naar de oever gaanBarrevoets gaan
Blootsvoets gaanBankroet gaan
‘Bankroet', van Fra.: banqueroute, It.: banca rotta, gebroken bank. Vermoedelijk ontstaan uit de gewoonte om de tafel van een wisselaar, die zijn betalingen staakte, te demonteren. Bij Anna Byns, Refr. (37) vinden weGaan pierewaaien
‘Pierewaaien’, van Russ.: pirowatj, fuiven, aan een feestmaal deelnemenNaar Bethlehem gaan
Gaan slapen, naar bed gaanEr vandoor gaan
Hard weglopen. Hetzelfde als: ervan tussen of tussenuit gaan. De constructie van de zin is niet duidelijkTe loor gaan
Verloren gaan. Een zelfde vorm als: teleurstellen. Dezelfde vorm vindt men ook terug in: te rade gaan, te gronde gaan e.dnaar Canossa gaan
je aan een ander onderwerpen, al gaat het tegen je wil in.Ervan tussen gaan
Weggaan, vertrekken. Eigenlijk: tussen de anderen uitNaar Laken gaan
Naar bed gaan, gaan slapen, onder de lakens kruipenEen kreeftegang gaan
Letterlijk: achterwaarts gaan, achteruitgaan; van de os op de ezel komen, gaan als de krab of kreeftEr aan gaan
Doodgemaakt of vernield wordenStil gaan leven
Zich uit zijn werkzaamheden of zaken terugtrekken en leven van de rente van een overgespaard kapitaalNaar Canossa gaan
Zich aan iemand onderwerpenIn de dagen van 25 tot 28 januari 1077 lag de Duitse keizer Hendrik IV, als boeteling gekleed, in de sneeuw van de voorhof van kasteel Canossa in Noord-Italië, om vergiffenis van paus Gregorius VII af te smeken. Geen historische gebeurtenis heeft dieper de verbeelding getroffen van de westerse wereld. Zij kenmerkte een der hoogtepunten van het pauselijk gezag, en biedt een levendig beeld van de onbeperkte eerbied, die in de middeleeuwen voor de macht der Kerk bestond. De uitdrukking bedoelt: schuld bekennen, om vergiffenis vragen. Van Bismarck is het gevleugelde woord: ‘Nach Canossa gehen wir nicht’, gesproken in de Rijksdag op 14 mei 1872
Te kwiste gaan
Verloren gaanNaar Jaffa gaan
Flauw vallenom zeep gaan
dood gaan.Om gajes gaan
DoodgaanOm zeep gaan
DoodgaanSterven; ook: slechte zaken doen; arm worden
Slechte zaken doen; arm worden; ook: sterven
Voor deze zegswijze zijn verschillende verklaringen, maar geen enkele staat er vast. Sommigen willen 'zeep' ontleend zien aan Odu.: sepa, separ, zëpar, die bij Grimm verklaard worden als: dood, gestorven. Anderen beschouwen ‘zeep' als de verleden tijd van: zijpen, druipen, waarvan het frequentatief: zijpelen. De uitdrukking zou dan letterlijk betekenen: hij is weggedropen. Weer anderen wijzen op de - waarschijnlijk van heidense oorsprong zijnde - gewoonte om een gestorvene vóór het kisten te wassen; mannelijke gestorvenen werden of worden zelfs geschoren. Ónmogelijk is het niet dat men, denkende aan deze handeling, die op het overlijden volgde, van een stervende zei: ‘Hij gaat om zeep’. Weer anderen beweren, dat de uitdrukking ook wel luidt: ‘Om Spaanse zeep gaan en verdrinken in de Golf van Biskaje'
Naar Bethlehem gaan
Gaan slapen, naar bed gaanAan de bak komen zitten
Gaan etenIn zijn kazemat kruipen
Gaan slapenEen sprong door de ton doen
Bankroet gaanGaan gelijk een snoer
Rechtop gaanKruipen gelijk een slek naar huis
Langzaam gaanOver de kop gaan
Failliet gaanBankroet gaan
Failliet gaan. Het beeld spreekt voor zich zelf. Vgl.: zich niet staande kunnen houden
In zijn korf kruipen
Gaan slapenTe kwiste gaan
Verloren gaanEen buiteling maken
Bankroet gaanVan het bad in het voetwater geraken
Achteruit gaanGaan alsof ge gist geëten hebt
Vlug gaanom zeep gaan
dood gaan.Een buiteling maken
Bankroet gaanOp de tril gaan
Gaan pierewaaienOnder zeil gaan
Gaan slapenMet de laatste schepen onder zeil gaan
Gaan slapen. Letterlijk wil ‘onder zeil gaan’ zeggen: het schip gereedmaken om een zeiltocht te maken, dus eigenlijk: een tochtje maken, in dit geval: in het land der dromen. Het wil zeggen: het laatst naar bed gaan
Naar kooi gaan
Gaan slapenDit is een zeemansuitdrukking. Onder ‘kooi’ verstaat men de slaapplaats der matrozen. Overdrachtelijk bezigt men de zegswijze voor: naar bed gaan
Hoe dichter bij de dood, hoe meer spektakel
Velen maken meer uiterlijk vertoon, naar gelang hun zakenslechter gaan
Aan de bak komen zitten
Gaan etenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren