‘Chaos’, van Gr.: chasko, gapen, uiteengaan, barsten. Oorspronkelijk de onmetelijk lege ruimte, die bestond vóór de vormloze stof de ordening van thans had. Nu: rommelige toestand. Vandaar: iemand die... Lees meer
'Eigengereid', letterlijk in het gezin van de gebruiker zelf gemaakt (gerei = gereedschap). Figuurlijk: zijn eigen gang gaande, niet plooibaar, met de bijgedachte soms aan: bekrompen
Vermoedelijk ontstaan uit: rechtgeschapen mens, een mens zodanig geschapen (ter wereld gebracht) dat hij als bij intuïtie weet wat recht is. Men bedoelt er dan ook mee: een eerlijk, betrouwbaar, welwi... Lees meer
Iemand niet kunnen uitstaan: hem zeer onaangenaam vinden; een grote vooringenomenheid tegen een bepaald iemand hebben. De uitdrukking bedoelt dan ook: een zeer onaangenaam mens. Het verband is overige... Lees meer
Soms ten onrechte: ‘Zie de Mens!’ Ontleend aan Joh. 19:5, welke tekst luidt: ‘Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen (de omstanders): ‘Ziet, de Me... Lees meer
Waar de mens zin in heeft, wat hem zint (vgl.: bezinnen) dat doet hij gaarne, daar heeft hij plezier in, daar leeft hij in. Men bezigt de uitdrukking op gelaten toon om vergoelijkend te spreken over i... Lees meer
Ontleend aan Rom. 7 : 22: ‘Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar de inwendige mens'. Vgl. voorts 2 Cor. 4 : 16 en Eph. 3 :16. Eveneens gekscherende uitdrukking voor: eten
Ontleend aan Ps. 12 : 3: ‘Zij (de mensenkinderen) spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart'. Wordt gezegd van iemand, die niet te vertrouwen is... Lees meer
Een gemoedelijke raad die men zichzelf of anderen geeft in geval men ergerniswekkende dingen ontmoet of ondervindt. De Duitsers hebben: Mensch, ärgere dich nicht! Denk ook aan het gelijknamige gezelsc... Lees meer