‘Poel’: moerassig, stilstaand water, draskolk. Figuurlijk: diepe afgrond, ravijn. De zegswijze slaat op steden, stadsgedeelten, bevolkingsgroepen e.d., waarin en waaronder veel zedeloosheid, veel corr... Lees meer
Deze zegswijze is ontleend aan het Lat., nl. aan de zin: ‘Sed praefulgebant Cassius atque Brutus eo ipso, quod effigies eorum non videbantur’ in de Annales van Tacitus. Tacitus verhaalt ons van de beg... Lees meer
‘Band’ kan hier ‘hoepel’ zijn (vgl. dial.: bandel en bendel). Volgens anderen afkomstig van de banden rondom korenschoven, welke laatste van gemiddelde dikte zijn. Bedoeld is dan oorspronkelijk: de ge... Lees meer
Zijn oogmerken en bedoelingen leren kennen. Letterlijk: iemand door zijn lichaam kunnen zien en daarmee een blik kunnen werpen op 'de roerselen van zijn ziel’, de enige bron van oprechtheid
Deze uitdrukking zal wel min of meer verband houden met de voorgaande; mogelijk ook een variatie op: schots en scheef, of men heeft bij ‘kras’ te denken aan: ergens een kras doorhalen en is het woord ... Lees meer
Waarschijnlijk ontleent deze uitdrukking haar oorsprong aan een oude straf, waarbij men een veroordeelde, voorzien van een mes, in een mand boven het water hing. Het ‘volk’ wierp zolang vuil in de man... Lees meer
kon houden en het touw, waaraan de mand hing, doorsneed. Daarna moest hij trachten op het droge te komen, waarbij de menigte hem echter telkens in het water terugwierp (Stoett). Anderen zoeken de verk... Lees meer