Het neusje van de zalm
Het fijnste, het lekkersteHet neusje van de zalm
Het allerbeste. Men noemt bij de zalm het ‘neusje’ het deel dat vlak onder de bek ligt en puntig van vorm is. Vandaar de naam ‘neusje’. Algemeen wordt door kenners dit gedeelte van de vis voor het lek...Lees meer
Het puikje van de zalm
Het beste van het besteDat is het neusje van de zalm
Dat is het allerbeste deelDat is het neusje van de zalm
Dat is het beste van het beste, dat is het fijnsteDat is het neusje van de zalm
Dat is het beste van het beste; dat is het fijnsteZo gerust als een zalm
Een volkomen rustig gevoel over zich hebben. Waarom de zalm erbij gehaald is, is niet recht duidelijk. Met evenveel recht zou men kunnen zeggen: zo gerust als een paling, of iets van dien aardHij is zo kalm als een zalm
Hij blijft onder alle omstandigheden bedaardOgen van voren en van achteren hebben
Alles opmerkenDun van leer en dik van smeer
(Z. N.) Gezegd in toepassing op een dunne, dik gesmeerde boterhamVan boven bont en van onderen stront
Van boven (het lichaam) alles weelde: mooie japonnen, bontjassen e.d.; van onder: de benen, alles armoede (lelijke kousen, kapotte schoenen, enz.). Het Lat. kent: ‘formosa superne’ d.i.: van boven sch...Lees meer
Van klinken en drinken - komt hinken en zinken
Deze berijmde zegswijze spreekt voor zich zelfVan wijntje en trijntje houden
Aan bacchus en venus offerenVan nul en gener waarde
WaardeloosVan kraaien en duiven spreken
Over koetjes en kalfjes pratenVan alles en nog wat
Een van de vele superlatieven (overdrijvingen) in de spreektaalVan alles en nog wat
Om kracht aan zijn woorden bij te zetten, is ‘van alles’ niet voldoende, en wordt er ‘nog wat’ aan toegevoegdVan Wijntje en Trijntje houden
Zich overgeven aan drinkgelagen en wellustigheden, poëtisch: Bacchus en Venus dienen. Komt reeds in de 17de eeuw voor in de Vermakelyke avanturesse of de dienstmaagd van fortuin van een zekere P.L.KVan ijzer en staal zijn
Een goede gezondheid genieten. Vgl.: een ijzeren gestelKomen van heinde en ver
‘Heinde’ is ontstaan uit ‘hende’ (Mnl.: gheheinde, ghehende); de e vóór de n gaat meermalen in ei over (vgl. peinzen, veinzen, deinzen e.d.). ‘Hende’ is uit een naamvalsvorm van ‘hand’ gevormd en bete...Lees meer