Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Para

betekenis & definitie

prep. voor, ten behoeve van, ter wille van, om te; naar, in de richting van; tegen; tegenover, met het oog op; qué? waarvoor? waarom? estar para, besloten-, bekwaam zijn om te; op het punt staan om te; para con, vergeleken met, naast; jegens; para que, opdat.

< >