Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Mal

betekenis & definitie

adj. apocope van malo. — Het woord wordt gebruikt vóór een manlijk substantief in het enkelvoud; b.v. mal humor, slecht humeur; mal que bien, zo goed en zo kwaad als het gaat; y menos mal que..., en het is nog een geluk dat...; m. kwaad; ramp, ongeluk; kwaal, ziekte; mal de la tierra, heimwee; el mal de ojo, het boze oog; de mal en peor, fam. van kwaad tot erger; ­­¡mal haya! vervloekt! adv. slecht, verkeerd; moeilijk; weinig, onvoldoende.

< >