Gepubliceerd op 22-02-2023

TUINKALENDER (lente)

betekenis & definitie

Maart, april, mei

SNOEIEN IN DE LENTE

* Klim- en leiplanten worden verjongd
* Er wordt een begin gemaakt met de opschotsnoei
* Klim- en leiplanten worden gemodelleerd
* Een aantal fruitbomen wordt gesnoeid; uitzonderingen zijn de appel en de peer

Bij de plantenbeschrijvingen wordt heel specifiek naar de voorjaarssnoei verwezen.

VERWIJDER HET WINTERDEK

Zodra het groeiseizoen begint, moeten winterbedekkingen als bladeren of turfmolm worden verwijderd. Datzelfde geldt voor de grond rondom aangeaarde rozen. Verwijder de winterbedekkingen voorzichtig wanneer het wat warmer wordt. De temperatuur tussen een laag oud blad kan behoorlijk oplopen en dat werkt groeistimulerend. Planten die te vroeg uitlopen, zijn echter zeer kwetsbaar, zeker wanneer er nog een late nachtvorst optreedt. Is de vroege lente nog zeer koud, dan is het verstandig de winterbedekking wat langer te laten zitten en pas te verwijderen wanneer de temperatuur een normale waarde heeft.

VASTE PLANTEN SCHEUREN

Alle vaste planten kunnen in het vroege voorjaar worden gesplitst of gescheurd. Het beste moment is wanneer ze net beginnen uit te lopen, maar voordat ze al te veel jong schot boven de grond hebben, omdat dan de kans op beschadigingen veel groter is. Omdat vaste planten vanuit het hart naar buiten uitgroeien, zie je vaak dat ze na een jaar of drie in het hart verhouten of afsterven. Dit verdorde of houtige gedeelte kan na het splitsen uit de planten worden gesneden. De delen waar nog leven in zit, worden bijvoorbeeld met behulp van twee spitvorken gesplitst tot meerdere kleinere, maar wel volwaardige planten. De benodigde planten worden op hun plek teruggeplant.

Vaste planten die een stevige, houtachtige zode vormen, kunnen het beste met een scherpe spade worden gesplitst. Fijnere soorten verdeelt u met een oud broodmes in stukken.

ZAAI NU EENJARIGEN

Maart en april zijn goede maanden om eenjarige zomerbloemen te zaaien. Sommige sterkere soorten kunnen direct in de volle grond worden gezaaid, andere in een zaaibak binnenshuis. Het grote voordeel van veel eenjarigen is dat ze wat later in het seizoen gaan bloeien en lang doorbloeien. Daardoor zijn eenjarige zomerbloemen uitermate geschikt om de bloei van de tuin te verlengen, maar ook om voor een bepaalde themakleur in de tuin te kiezen. Zaai de zomerbloemen die binnen tot ontkieming moeten komen uit in een zaaibak of in ondiepe kistjes gevuld met potgrond of speciale zaaigrond. Zet de zaaibakken op een warme plaats in huis (zo'n 20 °C) en houd de grond vochtig met een plantenspuit.

Wanneer de zaadjes ontkiemen, moeten de plantjes regelmatig met een plantenspuit worden bevochtigd. Zodra de kiemplantjes elkaar in de groei gaan belemmeren, moeten ze worden verspeend. Dat betekent dat ze in bakjes of potjes verder uit elkaar worden gezet. Die bakjes worden gevuld met nieuwe potgrond. Met een verspeenstokje kunt u de jonge plantjes gemakkelijk uit de zaaibak halen en op hun nieuwe plek uitplanten. Half mei kunnen de plantjes naar buiten.

Laat ze eerst wennen aan de buitentemperatuur. Dit 'afharden' gebeurt door de plantjes overdag buiten te zetten (niet direct in de felle zon) en 's avonds weer naar binnen te halen. Na een week kunnen ze in de tuin op hun definitieve plek worden uitgeplant.

TIJD OM TE BEMESTEN

Tuinplanten hebben in hun groeiperiode een grote voedselbehoefte. Van nature bevat tuingrond voldoende voeding, maar doordat in een tuin veel planten dicht opeen staan, moet er regelmatig voor aanvulling worden gezorgd. Daarbij hebt u de keuze tussen organische en minerale meststoffen. Organische meststoffen bevatten in verhouding tot kunstmest weinig plantenvoedsel. Daar staat tegenover dat ze het bodemleven activeren en bij grote doses de structuur verbeteren of op zijn minst op peil houden. Ze werken langzaam en de verhouding van de hoofdvoedingselementen N (stikstof), P (fosfor) en K (kalium) is niet op de behoefte van bepaalde planten af te stemmen.

Kunstmeststoffen werken in de regel snel; ze bevatten veel voedsel en er zijn samenstellingen mogelijk die specifiek op bepaalde planten zijn afgestemd. Zo is er speciale rozen-. Buxus-, hortensia-, coniferen- en rododendronmest. Kunstmeststoffen verbeteren de structuur van de grond niet. Geef voedsel wanneer er regen wordt verwacht en houd u strikt aan de opgegeven dosering van de fabrikant. Planten in potten en bakken moeten extra aandacht krijgen, want hun wortels hebben maar een zeer beperkt 'wingebied' voor voedsel.

GAZONAANLEG

Begin april begint de temperatuur van de grond weer wat op te lopen. Dat is het moment om aan gras inzaaien te gaan denken. De ondergrond van een gazon moet goed worden gespit. Twee spaden diep is voldoende. Daarna wordt de grond geëgaliseerd, zodat er een vlakke en strakke onderlaag ontstaat. Besteed er voldoende tijd aan, want alle toekomstige 'kuilen' kunnen nu nog worden weggewerkt.

Het inzaaien kan handmatig gebeuren, maar het is veel eenvoudiger om daar een strooiwagen voor te gebruiken, want die zorgt ervoor dat het graszaad gelijkmatig wordt verdeeld. Per 100 m2 gazon is ongeveer 2 tot 3 kilo graszaad nodig. Wanneer het graszaad is uitgestrooid, wordt het met een hark heel licht ingeharkt. Daarna moet het vlak worden aangedrukt met een brede plank of roller. Na zo'n 10 dagen zijn de eerste grasplantjes zichtbaar en na een maand mag er voor de eerste keer worden gemaaid. Maai het gras niet te kort.

Een steeds meer toegepast (en makkelijker maar ook duurder) alternatief voor inzaaien is het gebruik van graszoden. Deze kunnen het hele seizoen worden gelegd, maar de beste periodes zijn april-mei of september-oktober. Vanzelfsprekend is de voorbereiding tot en met het egaliseren hetzelfde als voor inzaaien voor een goed eindresultaat.

ZOMERBOLLEN PLANTEN

Naast de bekende voorjaarsbloembollen zijn er ook zomerbloembollen en -knollen die in de zomer en nazomer de tuin kunnen opfleuren. Deze (niet-winterharde) zomerbloembollen kunnen vanaf half april in de tuin worden geplant. De meeste soorten houden van een zonnige plek. Dahlia's, knolbegonia's en gladiolen zijn wel de bekendste zomerbloembollen, maar er zijn ook andere bijzondere knolgewassen. Mooie soorten zijn bijvoorbeeld Crocosmia (Montbretia), Addanthera (Abessijnse gladiool), Ismene en Canna (Indisch bloemriet).

TIJD VOOR VERTICUTEREN

Om het gazon in het voorjaar een optimale start te geven, kunt u beginnen met er wat meer lucht in te brengen. Afgestorven plantendelen, mos, algen en andere plantenresten kunnen het zogeheten vervilten veroorzaken. Deze viltlaag verhindert dat lucht, water en voedingsstoffen bij de graswortels komen. Door het gazon in het voorjaar te verticuteren, haalt u niet alleen deze laag weg, maar zullen ook mossen en onkruiden verdwijnen. U kunt hiervoor een verticuteermachine of verticuteerkam gebruiken. Schrik niet na zo'n verticuteerbehandeling, want het gazon lijkt gehavend, maar na 2 tot 3 weken ziet u al het eerste resultaat, zeker als u de kale plekken bijzaait en het gazon voldoende meststoffen geeft.

Bij droog weer kan het gazon begin april voor de eerste keer worden gemaaid. Zeker als het gras zijn eerste voedingsstoffen heeft gehad, zult u zien dat het na 2 weken flink begint te groeien. Gebruik een maaimachine met scherpe messen die het gras goed afsnijden, zodat het gazon er mooi en gelijkmatig uit gaat zien. Als u het gras om de 10 dagen maait, bevordert het maaien de vorming van zijscheuten, zodat er een dichter en voller tapijt ontstaat. Een grashoogte van 3,5 tot 5 cm is het meest ideaal bij normaal gebruik.

ONKRUID WEG

Met de start van het groeiseizoen komen ook de eerste onkruiden weer de grond uit. Hoe eerder u met onkruid wieden begint, hoe minder last u er in de loop van het seizoen van zult hebben. Hardnekkige soorten als kweekgras en zevenblad moeten met wortel en al worden verwijderd. Omschoffelen helpt niet bij deze plaaggeesten, want het kleinste deeltje dat in de grond achterblijft, zal weer uitgroeien tot een nieuwe plant.

< >